Weinig paddo's dit jaar.
Helaas, het herfstpaddenstoelen-seizoen was maar van korte duur, nog geen 3 weken en toen kwam er behoorlijke nachtvorst en dan is het met de meeste paddenstoelen wel gedaan tot volgend jaar.
Als er wel paddenstoelen zijn pluk ik ze, zover mogelijk in overvloed zodat ik een voorraadje aan kan leggen voor later. Dit is uiteraard afhankelijk van de soort, zeldzame soorten en enkelingen laat ik staan maar over het algemeen kom ik met aardige hoeveelheden thuis.
De moestuin ligt even stil, er moet nog wel behoorlijk wat gebeuren maar daar is de hele winter nog de tijd voor en ik was zo handig geweest mijn eigen rib met mijn eigen vuist te kneuzen, ja ik vond dat zelf ook erg knap :-) .
Het zat zo: ik liep lekker met mijn handen in mijn zakken omdat het een beetje fris was, richting bos voor paddenstoelen. De weg er heen is behoorlijk om dus ik sneed af over de velden, dat scheelt zo een kwartier lopen. Een prachtroute is dat ook met slechts één struikelblok, letterlijk bleek achteraf, een klein hellinkje van anderhalve meter, niet heel steil maar toch. Het had een paar dagen wat geregend dus de klei onder mijn schoenen stapelde zich op als een sneeuwbal, ik was al zeker 10 cm gegroeid toen ik bij het hellinkje aankwam. Ik nam een grote stap en kabeng, ik gleed van de modderkoek onder mijn schoenen af, slipte en met mijn handen nog steeds in mijn zakken klapte ik voorover precies met mijn ribbenkast op mijn rechter vuist in mijn jaszak, ja en met mijn gezicht in de helling, dat ook nog. Een gekneusde rib is niet erg, je mag ook alles doen wat je wil doen maar door de pijn laat je toch een aantal dingen liggen, in mijn geval de moestuin winterklaar maken dus. Hij ligt er nog net zo bij als 3 weken geleden.
Terug naar de paddenstoelen.
Nu de meeste paddenstoelen dus verdwenen zijn tot volgend jaar verschijnen er altijd een paar juist aan het begin van de winter. Het zijn niet veel soorten maar wel lekkere: de oesterzwam, fluweelpootje, en de paarssteel-schijnridder. Ook is de judasoor gedurende de winter nog te vinden. Het leuke is dat, op de schijnridder na, je ook niet hoeft te wachten tot het geregend heeft tot de paddenstoelen verschijnen, ze groeien alle drie op hout en halen daar hun vocht uit, bij een niet al te strenge winter kan je dus elke dag paddenstoelen vinden!
De lekkerste en verse, met name oesterzwammen, gaan meteen de pan in, de wat minder mooie en het overschot wordt op een bakblik 20cm boven de kachel gedroogd. Na het drogen gaan ze nog een paar dagen de vriezer in om eventuele beestjes en eitjes van beestjes uit te schakelen en daarna gaan ze in een grote glazen pot tot ze nodig zijn later in het jaar. Als je je neus in die pot steekt ruikt het heerlijk!
De stelen van de parasolzwam zijn behoorlijk groot maar veel te taai en vezelig om te eten, je gebruikt dus alleen de hoed. Ik vind het jammer om de stelen weg te gooien dus die worden ook boven de kachel gedroogd en daarna in de keukenmachine tot fijn poeder gemalen. Dit paddenstoelenpoeder kan dan als smaakje aan sauzen of soepen toegevoegd worden. Ik was alleen zo nieuwsgierig ook mijn neus in die pot te steken maar dat is geen aanrader. Het fijne poeder zorgde voor een niesbui van een kwartier, niet doen dus!
Herfst is een feit
Maar toch nog bloeiende borstelkrans. Dit is de 2e bloei van het jaar. Borstelkrans is goed te gebruiken als vervanger voor oregano en marjolein.
En de eerste paddenstoelen die ik tegenkwam, verstopt onder een paar struiken. Reuzenparasols. Hier had ik ze al geplukt, ze zaten aan de onderkant aan elkaar vast.
Een vijftig meter verder deze honingzwammen, die blijven heel lang glibberig na regen. Honingzwammen zijn goed te eten, jonge verse exemplaren zijn erg lekker ook. Je eet alleen de hoed en kookt eerst de paddenstoelen in water en giet het water af. Ze bevatten namelijk een in water oplosbaar gif en met het weggooien van het water ben je dus ook van het gif af, zo simpel! ( Maar je moet het wel weten) Na het koken bereid je ze zoals je wil, bakken, soepje, sausje. Ook kan je ze goed drogen.
Enkele stappen verder deze verzameling, ik heb er een geplukte parasolzwam bij gelegd. Op de achtergrond, de bleekgele rand met oranje centrum, zwavelkopjes. Beter niet eten want die zijn giftig. :-)
Het bos bleek vol met parasolzwammen te staan, ik heb een hele mand vol meegenomen.
Nog wat honingzwammen maar dan van onderaf gezien.
Een mooie spechtinktzwam ( niet eetbaar)
Enkele fragiele kleine paddenstoeltjes die ik niet eens determineer omdat ze ofwel oneetbaar zijn maar vooral niet de moeite waard, veel te klein en weinig vlees. Mooi wel.
Oesterzwammen, deze waren al een klein beetje aan het verdrogen aan de randjes maar niet aan het vergaan. Ik heb ze meegenomen en in dunne reepjes boven de kachel gedroogd. Later kwam ik nog een enorme berg superverse tegen, deze heb ik verwerkt in een pasta en deels licht opgebakken en in de vriezer gedaan.
De buit na een middagje:
Links de stokken van de parasol die verwerkt zijn tot poeder.
Een eerdere buit met cantharellen en boleten. De cantharellen zijn meteen opgesnoept, de boleten en de rest is gedroogd.